Kandidaten begrijpen algemene functies en mogelijkheden van Finance and Operations-apps en begrijpen hoe ze deze kunnen configureren en gebruiken. Ze moeten ook weten hoe Finance and Operations-apps integreren met externe systemen en tools, waaronder Power Platform. De kandidaat beheert actief de levenscycli van applicaties door gebruik te maken van Lifecycle Services (LCS) en andere Microsoft-tools en -platforms.
Kandidaten voor dit examen zijn doorgaans gespecialiseerd in een of meer functiesets van Finance and Operations-apps, waaronder financiën, productie en supply chain management.